Handsteken worden gebruikt bij het naaien van producten of andere manipulaties met dingen en stoffen.
Soorten handsteken en hun toepassing
Er zijn veel naden met behulp waarvan lijnen worden gevormd voor:
- wegvegen van producten;
- slijpen;
- markeringen op het product;
- lusvorming;
- het omzomen van de onderkant van het item, enz.
Lopende steek
Dit type is gemaakt om steken te leggen met draden die de delen van het product tijdelijk met elkaar verbinden. Ze worden gebruikt bij het naaien van dingen voor het passen en de voorlopige inspectie van het item dat wordt gemaakt.
Om dit compleet te maken wordt er een lijn gelegd waarin één steek heeft:
- met een open verbinding - gemiddeld 1,7 cm;
- voor rijgen met toevoeging van een van de deelsteeklengtes van 0,5 tot 1,5 cm.
Een lopende steek wordt gebruikt bij het bevestigen van zij- en schouderdelen en het rijgen van mouwen. Om het te leggen, worden de onderdelen gevouwen en langs de rand uitgelijnd. De steek wordt langs de gewenste lijn gelegd, met inachtneming van de vereiste lengte.
Rijgsteek
Rijgen is qua techniek vergelijkbaar met de vorige, maar wordt uitgevoerd wanneer het ene onderdeel op het andere wordt gelegd. Bijvoorbeeld bij het rijgen van zakken.
Kopieer naad
Er worden kopieerlijnen gelegd wanneer u de contourlijn naar een gekoppeld onderdeel moet overbrengen. Om dit te doen, worden de helften gevouwen en worden er steken gemaakt. Ze moeten gemakkelijk worden gelegd, zonder de onderdelen vast te draaien. Hierna worden de onderdelen uit elkaar gehaald en worden de steken tussen de helften van het product voorzichtig met een schaar afgeknipt.
Zorg er bij het leggen voor dat de steken op het gewenste deel van het product zo zichtbaar mogelijk zijn.
Achterste steek
Doe het als volgt:
- zet de draad van binnen naar buiten vast;
- maak een lekke band met een naald in de tegenovergestelde richting op een afstand van 1 conventionele steek;
- Trek de draad met de naald vanaf de verkeerde kant 2 steken vooruit. Je moet tellen vanaf de plaats waar de draad is bevestigd;
- trek de naald eruit en ga weer 1 steek terug, ga 2 steken vooruit onder de stof;
- in de regel wordt het gebruikt om de omtrek van het borduurwerk te ontwerpen, of om de onderkant van het product te omzomen.
Overlocknaad "lus" (schuin, kruis, lus)
De randen van het product zijn schuin afgewerkt, waardoor het rafelen van de draad wordt voorkomen.
Bij het maken van een naad komt de draad vanaf de ene kant van het product binnen, wordt over de rand gegooid en komt op een bepaalde afstand vanaf de achterkant binnen.
Bij dit type naad is de dichtheid van de steken afhankelijk van de dikte van zowel de draad als de stof. Hoe dunner de stof en hoe gevoeliger voor rafelen, hoe vaker u moet naaien.
De kruissteek wordt op dezelfde manier uitgevoerd als de vorige, maar eerst van rechts naar links en dan in de tegenovergestelde richting. In dit geval is de draad niet gebroken en wordt het product niet omgedraaid.
Overhandse bewerking wordt ook uitgevoerd om de rand van het product te bewerken.
Voor deze:
- naald en draad over de rand gegooid, beginnend van binnen naar buiten;
- Dlekke band en trek de naald vanaf de voorkant naar buiten. Het is verboden stevig vastdraaien;
- de volgende keer dat u opnieuw een draadje instuurt over de rand moet de naald door de vrije lus van de vorige naad worden gehaald.
Let op steek
De onderkant van het product is vastgezet met een naad. De techniek is vergelijkbaar met rijgen, maar heeft een langere steeklengte. Maakt het goed van 1 tot 3 cm.
Rijgsteek
Als het nodig is om reeds gestikte delen vast te maken, wordt een rijgsteek gebruikt. Het is nodig voor verdere werkzaamheden aan het product. Om bijvoorbeeld een siernaad langs de rand van een kraag te leggen.
Zoomsteek (eenvoudig, blind, figuurlijk)
Voor permanent gebruik van het product wordt een zoomsteek toegepast. Het verdampt later niet, zoals sommige soorten naden.
Om een eenvoudige naad te maken, moet je dezelfde bewegingen maken als bij een kruissteek. Alleen dit gebeurt langs de reeds voorgevouwen rand, en de draad mag niet veel materiaal langs het voorste gedeelte opnemen.
De hoofdlast valt aan de verkeerde kant. Een blinde naad wordt zo gemaakt dat de naald tot een kleine diepte in het gewricht dringt.
De getekende zoom vormt een gevouwen, vaste rand. De naad beweegt in de richting van links naar rechts en van boven naar beneden. Maak een lekke band met een naald in de hoofdstof, terwijl je 3 draden van links naar rechts pakt. Trek de draad eruit. Hierna wordt er een grip gemaakt in de gevouwen rand, ook van links naar rechts. Ga naar de rechterkant en herhaal de bewegingen.
Welke naalden worden gebruikt bij handnaaitechnieken?
Voor het naaien van stoffen kunnen gewone naalden van verschillende diktes worden gebruikt. van nr. 1 - de dunste naalden voor lichte stoffen tot nr. 12.
Gebruik voor lichte en dunne stoffen naalden nr. 1 tot nr. 3.
0
