Een gebreide muts met ruitpatroon is een trendy accessoire. Dit patroon wordt als een van de klassiekers beschouwd, dus het past bij bijna iedereen. Door het juiste garen te kiezen, kun je een muts breien voor verschillende seizoenen. Dunnere opties zijn dus geschikt voor de herfst, terwijl volumineus garen met wol je warm houdt in de koude winter. Zo'n hoed breien is vrij eenvoudig.
Breitips
De diameter van de breinaalden moet 2 keer groter zijn dan de dikte van de geselecteerde draad. Dit maakt het breien gemakkelijker en sneller, en het patroon zelf ziet er mooier uit.
De aanbevolen naalddiameter staat aangegeven op het garenlabel. Tegelijkertijd is het voor strak gedraaid garen beter om kleinere breinaalden te nemen dan geschreven.
Garen moet uit wol worden gekozen. Het voelt prettiger aan en het eindproduct zal duurzamer zijn.
Berekening van de breidichtheid. Om dit te doen, moet u een monster van 10*10 cm van het geselecteerde garen breien om het vereiste aantal lussen te bepalen.In dit geval kan de hoogte van het monster groter of kleiner zijn, het is belangrijk dat de patroonherhaling volledig in de hoogte wordt gebreid.
Breistijl. Sommige breien losjes, terwijl andere strak breien. In het eerste geval moet je dun garen kiezen, en in het tweede geval dik en volumineus.
Dameshoed met ruitpatroon
Met dit patroon kun je overgangen tussen rijen onzichtbaar maken, en voor het rondbreien zijn aan het einde geen extra steken nodig. De afgewerkte hoed zal dicht zijn, die beschermt tegen harde wind, en met een reliëfpatroon.
Benodigde materialen:
- Garen (100 g/100 m) – 150 g;
- Rondbreinaalden nr. 5;
- Naald.
De maat van het eindproduct is 56.
Legende:
- Lussen naar rechts gekanteld - PSNP.
- Lussen naar links gekanteld - PSNL.
- Gezichtslus - LP;
- Averechtse lus - IP.
Voortgang
Zet 90 lussen op en sluit ze in een cirkel. Markeer het begin van de rij met een markering. Brei de volgende 5 cm, afwisselend 1 LP en 1 IP. Begin vervolgens met het breien van het “Ruit”-patroon.
- 1 wrijven. – brei de lussen van de rij in paren: steek de breinaald in de tweede lus, brei een LP zonder deze van de werknaald te laten vallen, trek 1 LP uit de eerste lus. Brei dus alle lussen schuin naar rechts (PSNP).
- Rij 2 en alle andere even rijen zijn volledig gebreid.
- 3 r. – 1 LP, verplaats de markering van het begin van de rij erachter (herhaal deze actie in elke volgende eerste rij). Vervolgens tot het einde van de rij afwisselend 4 keer 2 PSNL en 1 keer 2 PSNL. Voor naar links schuine lussen (PSNL): draai de eerste van de twee lussen, brei de tweede lus erachter en brei beide lussen samen in halve lussen.
- 5 wrijven. – 1 LP, *3 keer 2 PSNL breien en 2 keer 2 PSNL*, afwisselend van * tot * totdat de toer klaar is.
- 7 wrijven. – 1 LP, * twee keer 2 PSNP en drie keer 2 PSNL* – van * tot * herhalen tot het einde.
- 9 wrijven. – 1 LP, * 2 PSNL en 4 keer 2 PSNL*: afwisselende lussen tot het einde van de rij.
- 11 wrijven.– 1 LP, brei de resterende lussen in paren zoals PSNL.
- 13 wrijven. – verschuif de laatste lus van de rechter breinaald naar de linker, verplaats de markering ervoor (doe hetzelfde aan het begin van elke volgende rij), brei de resterende lussen tot het einde van de rij, afwisselend 2 PSNL en 8PSNL.
- 15 wrijven. – 4 PSNP en 6 PSNL.
- 17 wrijven. – 6 PSNP en 6 PSNL.
- 19 wrijven. – 8 PSNP en 4 PSNL.
- 21 wrijven. – brei alle lussen zoals PSNP.
Ga vervolgens verder met breien tot de gewenste lengte van de stof en herhaal rijen van 3 tot 21.
Voor een muts maat 56 en de gekozen garendikte zijn twee herhalingen van het patroon voldoende. Hierna begint u de lussen te verkleinen om de kroon te vormen. Begin elke rij met 2 lussen die aan elkaar zijn gebreid als 1 LP en brei dan verder volgens het patroon. Aan het einde moeten er 18 steken over zijn op de naalden. Knip hierna de draad af en trek deze door de resterende lussen.
Naar analogie van deze beschrijving kun je ook een kinder- en herenmuts breien. Het belangrijkste bij het breien is het kiezen van het juiste startaantal steken.